4. HOUD VAN KINDEREN EN HELP HEN.

De kinderen van vandaag vormen de beschaving van morgen. Maar als je tegenwoordig een kind op de wereld zet, lijkt het wel alsof je het loslaat in een tijgerkooi. Kinderen kunnen hun omgeving1 nog niet aan; ze hebben daar nog niet echt de middelen voor. Ze hebben liefde en hulp nodig om het te redden.

De opvoeding van kinderen blijft een gevoelige kwestie. Er zijn bijna net zoveel theorieën over hoe je een kind wel of niet moet opvoeden als er ouders zijn. Maar als je het verkeerd doet, kan daar veel ellende uit voortkomen; het kan je zelfs later in je eigen leven nog problemen bezorgen. Sommige ouders proberen hun kinderen net zo op te voeden als ze zelf zijn opgevoed, anderen proberen precies het tegenovergestelde te doen, en er zijn ook veel ouders die vasthouden aan het idee dat je kinderen helemaal vrij moet laten. Geen van deze methoden garandeert succes. De laatste methode is gebaseerd op het materialistische2 denkbeeld dat de ontwikkeling van het kind net zo verloopt als de evolutie3 van de mens, en dat “het zenuwstelsel” van het kind op de een of andere onverklaarbare, magische manier zal “rijpen” als het kind ouder wordt; het resultaat zou dan een volwassene zijn die goede morele4 waarden heeft en zich goed gedraagt. Hoewel die theorie gemakkelijk te weerleggen is – kijk maar naar het grote aantal criminelen van wie het zenuwstelsel op de een of andere manier niet “gerijpt” is – heeft zij toch geleid tot een luie manier van kinderen opvoeden die enigszins populair is geworden; de toekomst van de beschaving en je eigen verdere bestaan zijn daar niet mee gediend.

Een kind lijkt wel wat op een onbeschreven blad. Als je er de verkeerde dingen op schrijft, geeft het de verkeerde dingen weer. Maar in tegenstelling tot een blad kan een kind zelf beginnen te schrijven en herhaalt dan gewoonlijk wat er al geschreven stond. Het probleem wordt nog ingewikkelder, want hoewel de meeste kinderen in staat zijn tot heel fatsoenlijk gedrag, komen sommige kinderen ter wereld met een geestelijke afwijking en zijn sommige tegenwoordig zelfs bij hun geboorte al verslaafd aan drugs. Maar zulke situaties komen gelukkig niet zo vaak voor.

We doen er geen goed aan te proberen een kind maar te “paaien” met een overdaad aan speelgoed en andere dingen, of het in de watten te leggen en tegen van alles en nog wat te beschermen; dat kan behoorlijk rampzalige gevolgen hebben.

We moeten ook besluiten wat we proberen het kind te laten worden. Verschillende factoren spelen hierbij een rol: (a) wat het kind in wezen kan worden op grond van zijn of haar aanleg en natuurlijke vermogens; (b) wat het kind graag wil worden; (c) wat wij het kind graag willen laten worden; (d) wat de beschikbare middelen zijn. Maar ongeacht waar je op uitkomt bij dit alles, denk eraan dat het kind zich niet goed zal kunnen redden in het leven als het uiteindelijk niet leert op eigen benen te staan en leert zich heel goed aan morele principes te houden. Anders is het eindresultaat zo goed als zeker een last voor iedereen, ook voor het kind zelf.

Wat onze gevoelens voor een kind ook zijn, we moeten er wel aan denken dat het op de lange duur niet goed zal kunnen voortbestaan als we het niet met beide benen op de weg naar voortbestaan hebben gezet. Het is echt geen toeval als een kind het verkeerde pad opgaat: de samenleving van tegenwoordig is pasklaar om kinderen te laten mislukken.

Het zal enorm helpen als we ervoor kunnen zorgen dat kinderen de leefregels5 uit dit boek begrijpen en ermee instemmen ze te volgen.

Wat meestal wel goed werkt, is gewoon te proberen een vriend te zijn voor het kind. Een kind heeft nu eenmaal absoluut vrienden nodig. Probeer erachter te komen wat de werkelijke problemen van het kind zijn en probeer ze te helpen oplossen, zonder overigens de oplossingen waar het kind zelf mee komt, meteen van tafel te vegen. Observeer kinderen – en dat geldt ook voor baby’s. Luister naar wat kinderen je over hun leven te vertellen hebben. Sta toe dat zij met iets helpen. Als je dat niet doet, raken ze overweldigd door het gevoel dat ze je iets verplicht6 zijn en dat gevoel zullen ze vervolgens weer moeten onderdrukken.

Het zal het kind geweldig helpen als je ervoor kunt zorgen dat het deze weg naar een gelukkig leven begrijpt en ermee instemt, en dat het zich eraan houdt. Dat kan een enorme, positieve invloed hebben op het verdere leven van het kind – en op het jouwe.

Een kind kan zich echt niet redden als het geen liefde krijgt. De meeste kinderen geven de liefde die ze ontvangen weer dubbel en dwars terug.

De weg naar een gelukkig leven bewandelen
betekent ook van kinderen houden en hen helpen,
vanaf hun geboorte
tot aan het begin van hun volwassenheid.

  1. 1. omgeving: wat je om je heen hebt; de materiële zaken om je heen; het gebied waarin je leeft; de levende wezens met wie je samenleeft, en de voorwerpen, ruimten en invloeden waartussen je leeft, dichtbij en verder weg.
  2. 2. materialistische: volgens het idee dat er alleen stoffelijke zaken bestaan.
  3. 3. evolutie: een heel oude theorie die inhoudt dat alle planten en dieren zich ontwikkeld hebben uit eenvoudiger levensvormen en vorm gekregen hebben door hun omgeving, in plaats van te zijn gepland of geschapen.
  4. 4. morele: met betrekking tot het vermogen om goed van kwaad te
    onderscheiden in gedragingen en om vanuit het begrip van dat onderscheid, beslissingen te
    nemen en te handelen.
  5. 5. leefregels: voorschriften of uitspraken die adviezen of opdrachten inhouden
    met betrekking tot één of meer principes of een manier van doen wat gedrag betreft; aanwijzingen die bedoeld zijn als één of meer gedragsregels.
  6. 6. verplicht(ing): de omstandigheid, het feit of de situatie dat je iemand iets verschuldigd bent als vergoeding voor een speciale gunst of dienst die je hebt
    ontvangen.